Verblijf buiten het grondgebied van de bevoegde Lid-Staat — Terugkeer of overbrenging van de woonplaats naar het grondgebied van een andere Lid-Staat na arbeidsongeval of beroepsziekte — Noodzaak om zich voor behandeling naar het grondgebied van een andere Lid-Staat te begeven
1. De werknemer of zelfstandige die door een arbeidsongeval of een beroepsziekte getroffen is en:
a) die op het grondgebied van een andere dan de bevoegde Lid-Staat verblijft, of
b) die, nadat hij voor rekening van het bevoegde orgaan in het genot van prestaties is gesteld, van dat orgaan toestemming heeft gekregen om terug te keren naar het grondgebied van de Lid-Staat waarop hij woont, dan wel om zijn woonplaats over te brengen naar het grondgebied van een andere Lid-Staat, of
c) die van het bevoegde orgaan toestemming heeft gekregen zich naar het grondgebied van een andere Lid-Staat te begeven teneinde aldaar een voor zijn gezondheidstoestand passende behandeling te ondergaan,
1. heeft recht op:
i) verstrekkingen welke voor rekening van het bevoegde orgaan door het orgaan van de woon- of verblijfplaats worden verleend volgens de door laatstbedoeld orgaan toegepaste wettelijke regeling, alsof hij bij dat orgaan was aangesloten; het tijdvak gedurende hetwelk de prestaties worden verleend, wordt evenwel bepaald door de wettelijke regeling van de bevoegde Staat;
ii) uitkeringen welke door het bevoegde orgaan worden verleend volgens de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling. Na overeenstemming tussen het bevoegde orgaan en het orgaan van de woon- of verblijfplaats kunnen deze uitkeringen evenwel door laatstbedoeld orgaan, voor rekening van het eerstbedoelde, volgens de wettelijke regeling van de bevoegde Staat worden verleend.
2. De op grond van lid 1, onder b) vereiste toestemming mag slechts worden geweigerd wanneer is vastgesteld, dat verplaatsing van de betrokkene nadelig is voor zijn gezondheidstoestand of voor het ondergaan van de geneeskundige behandeling.
De op grond van lid 1, onder c), vereiste toestemming mag niet worden geweigerd wanneer de desbetreffende behandeling niet op het grondgebied van de Lid-Staat waarop hij woont, aan de betrokkene kan worden gegeven.